Vrije tijd
Bewegen
Mate van bewegen
De beweegnorm voor kinderen is elke dag 1 uur bewegen. Dat doet volgens de ouders bijna 40%. Als we alle activiteiten in een week optellen (de gang naar school, buitenspelen en sporten bij sportclub) beweegt of sport ruim 75% minstens 7 uur per week. Oftewel gemiddeld 1 uur per dag. Klik hier voor de cijfers per gemeente.
Buitenspelen
12% speelt niet of minder dan een kwartier per dag buiten (was 9% in 2017). 3 op de 4 kinderen speelt meer dan een halfuur per dag buiten. Hoe ouder, hoe minder lang ze buitenspelen.
Sporten bij sportclub
Ruim een kwart van de kinderen is geen lid van een sportclub. Van alle 4-12 jarigen sport bijna een kwart meer dan 3 uur per week in georganiseerd verband. Jongens en oudere kinderen het vaakst.
Schoolgang
57% loopt of fietst elke schooldag zelf naar school (was 49% in 2017). Het zijn vaker de kinderen van laagopgeleide ouders (30%) dan hoogopgeleide ouders (17%) die nooit zelf naar school fietsen of lopen.
Elke schooldag te voet of met fiets
Klik hier voor de digitoegankelijke resultaten elke schooldag te voet of met fiets in Excel
Mediagebruik en lezen
Beeldschermgebruik
Het gebruik (buiten schooltijd) van een computer, laptop, tablet of mobiele telefoon stijgt. Gemiddeld kijkt 35% van de 0-12 jarigen meer dan 14 uur per week op een beeldscherm. In 2009 was dit nog 24%. Bij de kinderen van laagopgeleide ouders (46%) en bij 8-12 jarigen (53%) is dit het hoogst.
Social media
Van de 8-12 jarigen is de helft actief op social media, zoals Facebook, Instagram en Snapchat. Meisjes vaker dan jongens. Klik hier voor de cijfers per gemeente.
Mediaopvoeding
De ’20-20-2’-vuistregel om bijziendheid te voorkomen is: voor iedere 20 minuten dat je op je telefoon of tablet kijkt, moet je 20 seconden in de verte kijken en daarnaast moet je 2 uur per dag naar buiten. Deze vuistregel was bij de helft van de ouders al bekend. Door het toelichten van deze regel in de vragenlijst is daar 36% bijgekomen. Ons onderzoek laat ook zien dat ouders het mediagebruik van hun kind volgen. Ouders weten (bijna) altijd weten welke sites hun kind bezoekt en met wie hun kind chat. Ook praten ze met hun kind over hetgeen hij/zij ziet op internet en kijken ze mee.
(Voor)lezen
Aan 2 op de 3 kinderen van 0-4 jaar wordt elke dag voorgelezen. Bij de 8-12 jarigen is dit 18%. Tot 8 jaar wordt aan 2% van de kinderen nooit (meer) voorgelezen, bij 8-12 jarigen is dit 25%. Hoogopgeleide ouders lezen hun kinderen 2x zo vaak voor als laagopgeleide ouders.