Thuissituatie
Gezin
Gezinssamenstelling
De meeste kinderen groeien op bij beide ouders. Zo’n 6% van de kinderen woont in een 1-oudergezin. Dat percentage is stabiel in de tijd. Het percentage is lager bij jongere kinderen. Kinderen waarvan beide ouders laagopgeleid zijn, wonen vaker bij 1 ouder, bijna altijd de moeder.
Geloof
De geloofsbeleving van ouders kan gevolgen hebben voor de gezondheid van het kind. Bijvoorbeeld door weigering vaccinatie of lidmaatschap van een sportclub. Zo’n 60% van de ouders is niet gelovig. Van de gelovigen is bijna de helft katholiek en de andere helft protestants. Hoe hoger opgeleid, hoe vaker ouders geen geloof hebben.
Sociaal-economische situatie
Opleiding
In 2009 was 38% van de moeders en 40% van de vaders hoogopgeleid. Nu in 2021 is dit respectievelijk 60% en 52%. Landelijk is deze stijging ook te zien. Opvallend is hoe snel het opleidingsniveau van ouders is toegenomen. Omdat waarschijnlijk minder ouders in een achterstandsituatie deelnamen aan deze monitor, zijn de cijfers mogelijk te positief. Klik hier voor de cijfers per gemeente.
Werksituatie
We zien ook dat moeders steeds vaker en meer uren werken. Ten tijde van dit onderzoek had 14% van de moeders geen betaald werk (was 22% in 2009). Bij 11% van de kinderen met laagopgeleide ouders is er geen inkomen uit betaald werk, bij hoogopgeleide ouders is dit 2%.
Rondkomen/financiële problemen
Ook de groep die moeite heeft met rondkomen, is het grootst bij de laagopgeleide ouders (17%). De gevolgen hiervan voor kinderen zijn vooral: niet op vakantie gaan, geen lid van een (sport)club, geen zwemles en geen verjaardagsfeestje. Ook de spanningen die de financiële situatie geeft, hebben invloed op kinderen.
Moeite met rondkomen
Klik hier voor de digitoegankelijke resultaten moeite met rondkomen in Excel
Ingrijpende gebeurtenissen
Soms zijn er omstandigheden of gebeurtenissen in een gezin die gevolgen hebben voor het kind. Zo heeft 4% van de kinderen zorgen of problemen met de scheiding van de ouders, 3% met de ernstige ziekte of beperking van een gezinslid, en 3% met de psychische problemen van een ouder. 6% van de 8-12 jarigen geeft mantelzorg, omdat er een gezinslid is met een ziekte of beperking.