DE RONDE VAN…

Beschrijving aanpak

De Ronde van... bestaat uit een aantal fasen en een aantal stappen. Door vast te houden aan deze fasen en stappen voorkom je dat je essentiële onder­delen vergeet in het proces. Alle onder­delen zijn er namelijk op gericht dat wijk­bewoners en wijk­werkers blijven mee­denken en mee­beslissen, ten behoeve van eigenaarschap van de gekozen gezondheids­aanpak. We hebben het over de wijk en de wijk­setting, maar uiteraard zou dit ook een buurt, dorpskern, gemeente of andere (geografische) eenheid kunnen zijn.

De stappen suggereren wellicht een lineair proces, maar niets is minder waar. De wijksetting is nu eenmaal complex van karakter en geen laboratorium: er zijn veel factoren, stakeholders en omstandigheden waarmee je continu rekening moet houden. En deze factoren, stakeholders en omstandigheden kunnen veranderen over de tijd, waardoor je ook de aanpak continu zult moeten monitoren en bijstellen. Soms zal de volgorde van de stappen worden omgewisseld, sommige stappen worden tegelijk gezet, soms is een stapje terug nodig om een eerdere keuze te heroverwegen, aan te scherpen of bij te stellen. Kortom, flexibiliteit in het proces is essentieel, maar uiteindelijk zal aan alle stappen (in meer of mindere mate) aandacht moeten worden besteed om tot een effectieve aanpak te komen. En gedurende de hele cyclus is het wenselijk dat tussentijdse resultaten en successen gedeeld worden met de betrokkenen. Dit draagt bij aan de betrokkenheid en motivatie en de leerervaringen kunnen meegenomen worden in het vervolg van de aanpak.

Open houding

Daarbij is het van belang dat je je flexibel kunt opstellen ten aanzien van je eigen verwachtingen of vooraf gestelde doelen. Het is denkbaar dat de wijkbewoners én wijkwerkers andere speerpunten hebben dan jij van tevoren hebt bedacht, of dat de kijk die jij hebt op gezondheid en gezondheids­problematiek een andere is dan die van hen. Het is belangrijk om dit proces echt open in te gaan; het gaat om gezamenlijk keuzes maken en niet om draagvlak creëren voor top-down opgelegde keuzes. Het gaat om het begrijpen van de situatie, en van de meningen en belangen van de wijk­bewoners en wijk­werkers. Uiteraard mag je ook je eigen mening en belangen meenemen en inbrengen in dit gesprek en kun je in het proces de keuze maken alleen activiteiten te ondersteunen die uiteindelijk bijdragen aan gezondere inwoners.

ORPA-model

De Ronde van ... gaat uit van een lerend model. Gedurende het hele proces leren de deelnemers (en jijzelf) van elkaar en van het proces. Het ORPA-model maakt dit goed duidelijk: na de OBSERVE- en REFLECT-fase (waarin je met elkaar het voorwerk doet om tot het plan van aanpak te komen) ga je over naar de PLAN-fase, waarin je vaststelt welke activiteiten en interventies je wilt uitvoeren. Dan volgt de ACT-fase, waarin je het door de wijk gedragen plan uitvoert. In deze fase is het van belang om regelmatig tijd in te ruimen voor reflectie en evaluatie. Op deze manier houd je wijkbewoners en -werkers betrokken en neem je hen serieus in de vragen, twijfels, obstakels die men tegenkomt, én neem je ruimte om tussentijdse successen te vieren. Dat laatste is essentieel om het enthousiasme vast te houden en eigenaarschap te borgen. De lerende cyclus zal (afhankelijk van looptijd van het project) meerdere malen terugkeren. Leren van elkaar gebeurt uiteraard gedurende het hele proces (dat zal zich ook uiten in de Observe- en Reflect-fase). Het is wenselijk om op meerdere momenten in dit proces met elkaar te evalueren en bij te stellen waar nodig. Evaluatie is dan ook een vast onderdeel van het stappenplan. Je kunt kiezen voor verschillende vormen en niveaus van evaluatie. In geval van externe subsidiegevers zullen voortgangsrapportages wenselijk zijn. Je kunt op uitvoeringsniveau en op managementniveau evalueren.

De doelgroep

En laten we vooral niet vergeten voor en met wie je De Ronde van ... wilt uitvoeren! Een grote uitdaging ligt in het meenemen van wijkbewoners in het proces. Om dat te bereiken is het heel belangrijk dat wordt aangesloten bij hun leefwereld, bij hun capaciteiten, belangen, behoeften en dat je cultuursensitief handelt. Wat vraagt de doelgroep hierin van jou, maar ook van andere projectpartners? Welke voorwaarden zijn er nodig om een veilige omgeving te creëren, bijvoorbeeld het communiceren op B1 taalniveau met zo min mogelijk vakjargon? Deze aansluiting vraagt om het verdiepen in je doelgroep. We raden dan ook aan om nauw samen te werken met het lokale welzijnswerk: zij kennen de doelgroep vaak persoonlijk en zijn gewend om met wijkbewoners te communiceren.

UIT DE PRAKTIJK

In zowel SameNoord als Samen Leren voor Gezond Gewicht in Rivierenland hebben de gezondheidsbevorderaars van de GGD de bijeenkomsten voorbereid samen met de welzijnswerker, waarbij de een het gesprek begeleidt en de ander helpt en ondersteunt. Zo vulden zij elkaars kwaliteiten en expertise aan.

Uiteraard kun je je ook verdiepen in de doelgroep door met andere betrokken wijkwerkers te praten, of informeer je je via bestaande literatuur, of via ervaringen uit andere projecten of interventiebeschrijvingen. Doe navraag bij wijkbewoners die je al kent. En, of je nu gespreksleider, gesprekspartner of toehoorder bent bij de bijeenkomsten, het allerbelangrijkste is: dat je iedereen gelijkwaardig (bewoner en wijkwerker) waardeert om zijn/haar inbreng, oprecht nieuwsgierig bent en uitnodigt om inbreng te leveren (dus redelijk onvoorbereid ofwel onbevangen erin stapt en juist op zoek bent naar ‘verrassingen’). Wees open-minded en flexibel. Creëer een prettige sfeer die past bij het niveau en belevingswereld van je doelgroep; zorg dat deze uitnodigt tot het uitwisselen van informatie, dat er voldoende ruimte en tijd is en dat er respectvol (niet oordelend) met iedereen wordt omgegaan. Ook de werkvormen die je kiest, moeten passen bij je doelgroep. Werk je met een groep die nog niet eerder een dergelijk proces heeft meegemaakt, dan zul je extra zorgvuldig moeten zijn in je manier van werken. Houd in de gaten of iedereen het tempo kan volgen en of iedereen zich uitgenodigd blijft voelen om actief mee te doen. Maar let er ook op dat je niet te langzaam gaat. Je hebt waarschijnlijk zowel denkers als doeners die willen meewerken in het project. Wellicht kun je op sommige onderdelen van het proces juist versnellen. Het gaat er dus om dat je maatwerk levert en reageert op wat er gebeurt in het proces. En nu: de start van jouw project. Waar begin je?